woensdag 20 juni 2012

Liegen dat je barst. Hoe werkt het?

Weten of iemand liegt, is niet makkelijk. De meesten van ons kunnen amper 50% van de leugens herkennen. In tv-series, zoals 'Lie to me', kunnen ze dat op wetenschappelijke wijze doen. In werkelijkheid zijn wetenschappers daar al zo'n 50 jaar mee bezig en hebben ze nog niet heel veel vooruitgang geboekt.

Mensen vinden 'de waarheid spreken' uitermate belangrijk. Toch liegen we allemaal meerdere keren per dag maar verwijten het anderen als die liegen. Dat geeft vaak aanleiding tot conflict, zelfs in die mate dat de hulp van een mediator nodig is om de communicatie te herstellen.

De Britse psycholoog Aldert Vrij gebruikt inzichten uit de cognitieve psychologie om interviewtechnieken te verbeteren. De menselijke geest heeft, ondanks zijn indrukwekkende vermogens, een beperkte capaciteit voor de hoeveelheid informatie die we kunnen verwerken op een bepaald moment. Als je mensen vraagt om nog iets extra te onthouden, vergroot dat de cognitieve 'load' of druk die het verwerken van informatie hindert.

Liegen veroorzaakt meer cognitieve druk dan de waarheid vertellen. Als je iets wil ontkennen, moet je een ander verhaal verzinnen, een alibi bv. en dan moet je er constant op letten dat er geen tegenstrijdigheden in zitten. En verder moet je ervoor zorgen dat je het verhaal op een later moment precies kunt navertellen. Daarnaast wil je eerlijk en geloofwaardig overkomen. Net als een acteur moet je ervoor zorgen dat je niet uit je rol valt. En tot slot moet je de waarheid onderdrukken en oppassen dat je er niets uitflapt. Dat vereist veel meer inspanning dan gewoon te vertellen wat er gebeurd is.

Hoe kan de interviewer nu het verschil zien? Dit is wat Vrij en zijn collega's vonden in het laboratorium:

1. Vraag de verdachte om het verhaal in omgekeerde volgorde te vertellen. Dat verhoogt de cognitieve belasting en omdat leugenaars toch al meer aan hun hoofd hebben, maak je het voor hen extra moeilijk. De kans dat ze zichzelf verraden of zich zullen verspreken wordt daardoor groter. In het laboratorium konden mensen 42% van de leugens herkennen, maar in de omgekeerde volgorde werden 60% van de leugens herkend.

2. Je kunt de cognitieve druk ook opvoeren door te eisen dat de verdachte oogcontact maakt en blijft houden. Als je je meer moet inspannen om te lieggen, hebben leugenaars vaker de neiging om naar een punt in de ruimte te staren. Dat komt omdat oogcontact afleidt van het verhaal. Ook dit werd bevestigd door tests in het laboratorium.

Overigens kun je in Nederland bij de leugenacademie trainingen volgen om leugens te leren herkennen en om mensen te stimuleren de waarheid te vertellen.

Bronnen: Welingelichte kringen, Huffington Post, Leugenacademie


Geen opmerkingen: